Er kunnen toch niet maar 9 typen zijn?
Hoewel ieder mens uniek is, zijn de verschillen op bepaalde gebieden toch heel beperkt. Er zijn slechts twee geslachten, mannen en vrouwen. Iedere irisscan is uniek, maar toch hebben mensen maar twee kleuren ogen, blauw of bruin. Die kleuren komen weliswaar in oneindig veel variaties voor, maar toch hebben mensen veel minder kleuren ogen dan bijvoorbeeld katten. Ook wordt niemand geboren met groen of paars haar, of een blauwe of oranje huid. De variatie, hoewel groot, is dus ook beperkt. Zo zijn er ook maar 9 basisdrijfveren. Deze zijn empirisch vastgesteld door vele duizenden mensen te interviewen.Net als van oogkleuren bestaan ook ieder enneagramtype letterlijk duizenden varianten.
Meer hierover in de literatuur over het Enneagram, zoals Werken met het enneagram, naar persoonlijk meesterschap en sociale intelligentie van Hannah Nathans, Scriptum Management, 2000.
Heb je echt maar een type?
Ja. Iedereen kent alle drijfveren, maar een is dominant. Recent onderzoek wijst uit dat dit een neurobiologische basis heeft. Iedereen met meer kinderen weet dat kinderen vanaf de geboorte een ander reactiepatroon op hun omgeving hebben.
Is het enneagram wel wetenschappelijk onderbouwd?
Er zijn verschillende wetenschappelijk gevalideerde onderzoeksinstrumenten aan universiteiten ontwikkeld. Er zijn statistisch relevante correlaties met wetenschappelijk gevalideerde psychologische tests . Zo’n correlatie is niet mogelijk als de typologie niet empirisch zou zijn. Er zijn een stuk of 20 wetenschappelijke publicaties geheel of gedeeltelijk aan het Enneagram gewijd. Het Enneagram blijkt te worden ondersteund door neurobiologisch onderzoek . Uit tweelingonderzoek blijkt dat eeneiige tweelingen vrijwel allen hetzelfde type hebben. Dat suggereert een aanleg of een predispositie voor een bepaald type. In onderzoek bij heel jonge kinderen (vanaf 2 maanden) werden 9 temperamenten gevonden die corresponderen met de typen.
Toegegeven, er kan nog veel meer onderzoek gedaan worden. En dat zou ik krachtig willen bepleiten. Maar er kan wel degelijk van wetenschappelijke onderbouwing van het enneagram gesproken worden. Er zijn indicaties voor een neurobiologische basis van het type.
Is het enneagram echt zo oud?
De enneagramfiguur zoals die tegenwoordig meestal gebruikt wordt, is voor zover wij weten door Gurdjeff (1877 – 1949) ontworpen. Er zijn claims, o.a. van Ichazo, dat de betreffende figuur al in middeleeuwse geschriften werd aangetroffen, maar deze manuscripten zijn niet teruggevonden. Maar de kaart is niet het land. Het is een poging de werkelijkheid in een diagram te vangen. Er bestaan meer Enneagram-diagrammen, waarvan sommige zeker al in de Middeleeuwen gebruikt werden. Zeker is dat Evagrius Ponticus al in de 4e eeuw op basis van empirisch onderzoek de 9 basisdrijfveren beschreef.
Wordt zo’n type geen self fulfilling prophecy?
Het enneagram is niet bedoeld om mensen in een hok te stoppen maar juist om ze te helpen uit het al bestaande hok te komen. Het enneagram helpt mensen zich bewust te worden van hun automatische neigingen. Is men zich daarvan bewust, dan heeft men de keuzevrijheid om deze wel of niet te volgen. Wanneer mensen het enneagram gebruiken als excuus voor hun gedrag, of als reden om niet te willen veranderen, dan gebruiken ze het enneagram oneigenlijk, want daarvoor is het nooit bedoeld geweest. Het enneagram was vanouds bedoeld als transformatiemodel.
Kun je van iedereen zo zien wat voor type hij heeft?
Nee. Het enneagram gaat niet over gedrag maar over innerlijke drijfveren. Dezelfde motivatie kan tot verschillend gedrag leiden, verschillende motivaties kunnen tot hetzelfde gedrag leiden. Mensen leren in de loop van hun leven een breder gedragsrepertoire dan alleen dat van hun type.
Om achter iemands drijfveren te komen zul je met hem daarover moeten praten. De vraag is niet wat iemand doet (zijn gedrag) maar waarom hij het doet (zijn motivatie). Je kunt dus niet mensen op TV typeren die je nooit gesproken hebt, of je collega’s als je altijd uitsluitend over voetbal gepraat hebt. Er zijn wel mensen die zich gedragen als het prototype van hun type, maar dat zijn eerder uitzonderingen.
Kan iedereen met het enneagram werken?
Iedereen kan met het enneagram werken ten behoeve van zelfinzicht en inzicht in de mensen om hem heen, en om meer inzicht te krijgen hoe hij zelf met anderen omgaat en waarom.
Om beroepsmatig met het enneagram te werken is een professionele achtergrond nodig, bijvoorbeeld als coach, trainer, therapeut, en/of spiritueel begeleider, en een professionele enneagram-opleiding.
Is er niet een handzaam testje dat ik kan invullen?
Er zijn heel veel testen te vinden op Internet en elders. De meeste kunnen de prullenbak in omdat ze geen betrouwbare informatie opleveren. Hoe weet je nu welke vragenlijsten je weg kunt gooien?
De eerste vraag is: is deze test wetenschappelijk gevalideerd? Zo nee, dan is de uitslag niet betrouwbaar. Het is dan geen betrouwbaar meetinstrument. Dat geldt dus voor de meeste vragenlijstjes die je in boeken en tijdschriften aantreft. Er bestaan maar drie wetenschappelijk gevalideerde testinstrumenten.
Natuurlijk is iedere gevalideerde test ooit als niet gevalideerde test begonnen. Om te kijken of een niet gevalideerde test enige waarde heeft kun je jezelf de volgende vragen stellen.
Eerste beoordelingsvraag is: gaat het over innerlijke motivatie? Zo nee, dan kan deze test de prullenbak in. Een goede enneagram test gaat over innerlijke motivatie en niet over gedrag, uiterlijk, woninginrichting, soort auto, etc.
Tweede beoordelingsvraag: meten de vragen wat ze bedoelen te meten? Met andere woorden, als de vragen betrekking hebben op innerlijke motivatie, wordt de motivatie van de verschillende typen dan juist beschreven? Daarvoor kun je de vragen vergelijken met bijvoorbeeld de kaders in de typebeschrijvingen in genoemd boek.
Derde beoordelingsvraag: zijn de antwoorden voldoende discriminerend? Dat wil zeggen zou het bedoelde type dit antwoord geven en alle andere typen niet? Bijvoorbeeld alleen een type 4 zal antwoorden dat verlangen een voortdurend aanwezig thema is in zijn leven. Maar een antwoord als ‘het komt wel eens voor dat ik mij down voel’ kan door bijna ieder type gegeven worden.
David Daniels en Virginia Price hebben een gevalideerd testinstrument ontworpen, dat je vindt in hun boek ‘Het Ware Enneagram’.
Hoe kan het dat er verschillende typen uitkomen als ik verschillende enneagramvragenlijsten invul?
In de eerste plaats kan dat aan de kwaliteit van de vragenlijsten liggen. Lang niet alle vragenlijsten gaan echt over het enneagram. Verder kunnen bijvoorbeeld de volgende factoren een rol spelen:
Iedere vragenlijst richt zich op een gemiddeld type maar niemand is precies gemiddeld (er zijn duizenden varianten van ieder type).
Sociale wenselijkheid: uit sociaal psychologisch onderzoek blijkt dat mensen soms onbewust de neiging hebben iets in te vullen waarvan zij verwachten dat anderen dat positief zullen waarderen.
Ieder mens heeft een stuk in zich waarvan hij zich (nog) niet bewust is, of wat hij liever niet wil zijn (in de vakliteratuur heet dat de schaduw) en kan zo onbewust de vragenlijst niet helemaal naar waarheid invullen.
Deze tekst is ontleend aan ‘Typisch ik, typisch jij; het enneagram, een handleiding bij mensen’, door Hannah Nathans, uitgegeven bij Scriptum, juni 2005.